De tarieven voor de gemeentelijke saneringsvergoedingen, zowel voor drinkwatergebruikers als voor eigen waterwinners moeten opnieuw vastgesteld worden voor 31 december 2019 om te kunnen ingaan/verder te lopen op 1 januari 2020.
De wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, en latere wijzigingen.
Het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, en latere wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 2013 inzake de goedkeuring van de saneringsovereenkomst met de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening inzake opvang en transport van water.
De omzendbrief LNE/2010 van 26 maart 2010 waarin de Vlaamse Overheid de toepassing van de aanrekening van een vergoeding voor de gemeentelijke sanering van het bedrijfsafvalwater afkomstig uit een private waterwinning verduidelijkt.
Het ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, ingediend op 30 oktober 2015 door de Vlaamse Regering en goedgekeurd op 9 december 2015.
De gemeenteraad legt onderstaande tarieven van de gemeentelijke saneringsvergoeding zowel voor drinkwatergebruikers als voor eigen waterwinners met ingang van 1 januari 2020 als volgt vast:
* huishoudelijke klanten:
* niet-huishoudelijke klanten
(max.tarief wordt vastgesteld medio december 2019)
* grootverbruikers heffingsplichtingen
De gemeentelijke saneringsvergoeding is onderworpen aan 6% BTW voor de drinkwatergebruikers en aan 21% BTW voor de eigen waterwinners.
De Watergroep (Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening) staat in voor de inning van de gemeentelijke saneringsvergoeding.