Het is gerechtvaardigd om een gewezen voorzitter van het OCMW, die gedurende een aanzienlijke tijd het mandaat heeft uitgeoefend en de belangen van de bevolking van As heeft behartigd te erkennen voor hun inzet.
Artikel 148 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat:
Artikel 537 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat:
De raad voor maatschappelijk welzijn kent de eretitels toe aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, onder de voorwaarden die hij bepaalt.
Artikel 547 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat:
De Vlaamse Regering kan de eretitels van de burgemeester en van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn toekennen onder de voorwaarden die ze bepaalt. De gemeenteraad kan de eretitels van de schepenen toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt. De raad voor maatschappelijk welzijn kan de eretitels van de leden van het vast bureau toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt.
De huidige regelgeving voorziet geen duidelijke basis voor de toekenning van een eretitel aan voormalige OCMW-voorzitters (tenzij in de randgemeenten rond Brussel en Voeren). Hierdoor is de OCMW-raad bevoegd voor het vaststellen van de voorwaarden en de procedure tot toekenning van een eretitel aan een gewezen OCMW-voorzitter.
Een gewezen voorzitter van het OCMW dat gedurende minstens 12 jaar als raadslid waarvan minstens 6 jaar als OCMW-voorzitter in de gemeente As zitting heeft gehad (de periode dient niet aaneensluitend te zijn en kan in zowel in de OCMW-raad als gemeenteraad gepresteerd zijn) en wiens gedrag onberispelijk is geweest, kan door de raad van maatschappelijk welzijn tot het voeren van de eretitel van zijn mandaat gemachtigd worden.
Een aftredend OCMW-raadslid, dat zijn mandaat gedurende ten minste 15 jaar in de gemeente As heeft uitgeoefend, eventueel gecombineerd gemeenteraad en OCWM-raad en wiens gedrag onberispelijk is geweest, kan door raad van maatschappelijk welzijn tot het voeren van eretitel van zijn mandaat gemachtigd worden.
Voor de toepassing van art. 1 en 2 wordt verstaan onder onberispelijk gedrag: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.
De machtiging kan verleend worden op verzoek van de aftredende voorzitter van het OCMW of raadslid.
Het verzoek tot verlening van de eretitel van OCMW-voorzitter of raadslid moet vergezeld zijn van een uittreksel uit het strafregister, dat niet mag zijn opgemaakt meer dan één maand voor de datum van indiening van het verzoek tot verlening van de eretitel. De aanvraag dient tevens de vermelding te bevatten van de periodes tijdens dewelke de aanvrager zijn mandaat, functie uitoefende.
Het verzoek wordt uiterlijk binnen de 2 maanden na ontvangst aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.
Onder de vermelde voorwaarden kan aan de gewezen OCMW-voorzitter of raadslid postuum een eretitel worden verleend.
Het verzoek hiertoe kan door de rechtsopvolgers of door de raad voor maatschappelijk welzijn met instemming van de rechtsopvolgers, worden ingediend.
De persoon die in aanmerking komt voor de eretitel doet zijn aanvraag bij het vast bureau. Het vast bureau onderzoekt of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van dit
reglement.
De eretitel van het mandaat van mag niet worden gevoerd:
1. gedurende de periode dat het mandaat van schepen, gemeenteraadslid of OCMW‐raadslid wordt gevoerd;
2. door een door de provincie, gemeente of een OCMW bezoldigd persoon.
§2 Als na de toekenning van de eretitel een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de raad voor maatschappelijk welzijn de eretitel intrekken.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan de eretitel intrekken. Hij kan dit alleszins doen als na de toekenning van de eretitel de betrokkene niet blijkt te voldoen aan de in onderhavig reglement genoemde toekenningsvoorwaarden.
Onderhavig reglement treedt in werking op heden.