De financiële toestand van de gemeente.
De geldende onderrichtingen voor het opstellen van de budgetten.
De lasten die het opalen en het verwijderen van het papier en samples tot gevolg heeft.
Het feit dat het herrekenen van de ambtshalve belasting doorweegt op de gemeentelijke administratie en dit zowel op logistiek als financieel vlak.
Artikel 170 § 4 van de Grondwet.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013.
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) met latere wijzigingen.
Op advies van de raadsman van de gemeente is het nodig om de volgende wijzigingen in het reglement aan te brengen:
Uitbreiding van de argumentatie:
Het feit dat het herrekenen van de ambtshalve belasting doorweegt op de gemeentelijke administratie en dit zowel op logistiek als financieel vlak.
Verwijderen in de argumetatie:
Uit de praktijk is gebleken dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke financiële dienst te verminderen.
Belastbaar voorwerp of feit
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de bedeling aan huis van publiciteitsbladen en -kaarten met handelskarakter, alsook van catalogi en kranten welke publiciteit bevatten met handelskarakter, wanneer die drukwerken niet geadresseerd zijn. De verordening bedoeld uitsluitend de bedeling die kosteloos is voor de bestemmeling.
Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitgever. Wanneer deze uitgever geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, of indien hij in staat van onvermogen verkeert, wordt de belasting in afnemende orde gevestigd op de drukker, de verdeler of de genieter onder wiens naam, logo of embleem de reclame gevoerd wordt.
Tarief
De belasting wordt per verspreiding ongeachte het aantal en de grootte van het exemplaar vastgesteld op:
Vrijstellingen
Van de belasting zijn vrijgesteld:
Op de gemeentelijke website staat een aangifteformulier of deze kan bekomen worden via onthaal@as.be. Aangifte mag op andere wijze gebeuren, maar er moet een duidelijke vermelding zijn van week van verspreiding en gegevens van de belastingsplichtige en de verantwoordelijke uitgever. Indien postadres anders is dan facturatie-adres dient dit ook vermeld te worden bij de aangifte.
Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De kohieren worden door de bevoegde overheid vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.
Procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebreke van een aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Belastingsverhoging
De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50 euro.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het bezwaar kan ook worden ingediend via e-mail op het e-mailadres dat vermeld is op het aanslagbiljet, binnen de termijn zoals hierboven bepaald. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn,rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen